De maquette van De Nieuwe Stad in het kantoor van eigenaar Schipper Bosch laat een flinke hoeveelheid hoogbouw zien. Die komt op lege plekken, maar ook boven op bestaande gebouwen. Alles goed doordacht en met veel zorg voor de omgeving, aldus projectleider Edwin de Roos, die benadrukt dat het nog om plannen gaat.
Opvallend in de maquette is de 90 meter hoge woontoren. Met een hoogte die slechts een kleine 10 meter lager ligt dan het hoogste puntje van de Onze Lieve Vrouwetoren moet dit het hoogste woongebouw van Amersfoort worden. Die eer is nu nog weggelegd voor de 60 meter tellende woontoren La Balise, langs de A1 in Nieuwland.
Aan de andere kant van de HU, op de hoek van de Amsterdamseweg en de Brabantsestraat, verrijst op kavel Kamer 10 een ander woongebouw met een hoogte van 60 meter, met op de begane grond een fitness en andere gezondheidszaken. Daarmee torenen deze twee gebouwen uit boven de bestaande hoogbouw rond De Nieuwe Poort: het Oppidium, Fourty5high en de nieuwe woonflat aan de Friesestraat, allemaal tussen de 40 en 45 meter hoog.
Projectleider De Roos van Schipper Bosch spreekt van ‘de stad van de toekomst’. ,,Met veel oog voor duurzaamheid en een mix van functies. Niet alleen wonen en werken, maar bijvoorbeeld ook sporten en recreëren. Verschillende ideeën hebben we laten zien aan belanghebbenden, en met wethouders en ambtenaren van Amersfoort wordt nu samengewerkt om de ambities van De Nieuwe Stad waar te maken.’’
Sinds de aftrap van De Nieuwe Stad in 2013 richtte Schipper Bosch zich vooral op het verbeteren van de bestaande situatie in het industriegebied rond de Prodentfabriek dat grofweg wordt begrensd door de Eem, het Eemplein, de Amsterdamseweg en de Brabantsestraat.
Er ontstonden nieuwe ruimtes in de voormalige fabriekshallen en een bont scala aan huurders en pioniers werd aangetrokken. Er werd een centraal gelegen plein aangelegd met een evenementenarena, tribunes en een heuse palmboom en er kwamen doorbraken en nieuwe verbindingen om de groeiende bezoekers- en verkeersstromen in goede banen te leiden.
Duurzame ontwikkeling
Inmiddels staan er 20 laadpalen waaraan vorig jaar 4000 keer elektrische auto’s werden opgeladen. ,,Omgerekend goed voor zo’n 400.000 autokilometers’’, aldus De Roos. ,,Die duurzame ontwikkeling zetten we voort. Net zoals we de nieuwe gebouwen willen aansluiten op het warmtesysteem van onder meer de aanwezige biowarmte-installatie en restwarmte van de horeca.’’
Naast aan duurzaamheid schenkt Schipper Bosch veel aandacht aan architectuur en vormgeving. De Roos wijst op de bijzondere detaillering van Kamer 10. ,,Aan de kant van de Amsterdamseweg hebben we geen glazen gevel of terugvallende plint bedacht, zoals dat maar al te vaak neergezet is in deze omgeving. Hier staat het gebouw in lijn met de Prodentfabriek en de overgang naar de Amsterdamseweg wordt gemaakt door een ommuurd parkje met enkele forse bomen.’’
Al even bijzonder is de grote open parkeergarage die als een transparante muur moet komen op de smalle strook tussen poppodium Fluor en de achterkant van de HU. De eerste aanblik is die van een opengewerkt en gestapeld parkeergebouw. ,,Maar het wordt een geheel flexibel gebouw. Als de parkeerbehoefte in de toekomst, zoals wij verwachten, zal afnemen als gevolg van nieuwe vormen van mobiliteit, kan de garage betrekkelijk eenvoudig worden omgebouwd tot kantoren of woningen.’’
Verder zijn er veel plannen om, net als nu bij de nieuwbouw van Twynstra Gudde op Fluor, nieuwe gebouwen te stapelen op bestaande bouw. Zo is er een verdieping te zien op de werkplaats van kunstenaar Sander van Mil en biowinkel Het Lokaal en op een deel van de Oude Fabrieksstraat.
Uitsparingen
Daarnaast is op de maquette het voormalige kantorencomplex van Prodent (nu mbo-school) aan de Brabantsestraat nagenoeg over de hele lengte opgehoogd met nieuwbouw. Ook hier weer geen simpele blokkendoos, maar een rechthoekige, licht terugspringende opbouw die het gebouw eronder intact laat en een bijzondere ruimtelijkheid krijgt door uitsparingen.
De Roos: ,,We denken hier aan uitbreiding voor de school, maar ook werkruimte of woningen, bijvoorbeeld voor jongeren of studenten. Bouwen op de monumentale fabriek ligt uiteraard gevoelig en we behandelen dit gebouw met zorg en aandacht.’’
En zo wil Schipper Bosch straks ook omgaan met zijn huurders. ,,We zijn heel trots op de enorme diversiteit aan bijzondere ondernemers die we hier nu bij elkaar hebben. Ze hebben natuurlijk wensen voor de toekomst en er komen straks meer ondernemers bij, maar we willen niemand kwijt.’’
,,We blijven ook in de toekomst de kunstenaars en de kleine fietsenmaker koesteren. Soms kan dat betekenen dat er nieuwe plekken voor ze moeten worden gezocht, maar als het aan ons ligt, blijft iedereen in De Nieuwe Stad. Niemand hoeft te wijken voor het grote geld.’’
Andere hoogbouw staat ingetekend langs de Eemlaan, die nu nog wordt bepaald door braakliggende gronden, het tijdelijke paviljoen van Amersfoort750 en de horeca van Zandfoort aan de Eem. In een gemeentelijk besluit is vastgelegd dat de hoogste gebouwen in dit gebied niet aan de Eemkade, maar aan de Amsterdamseweg moeten komen. Aan de Eem, met haar industriële bebouwing en historische schepen, moeten de gebouwen laag blijven, hoewel hier en daar een ‘hoogteaccent’ van maximaal 30 meter niet wordt uitgesloten.
Werkelijkheid
Wat Schipper Bosch betreft worden zijn ideeën uit de maquette zo snel mogelijk werkelijkheid. ,,We hopen nog dit jaar de eerste plannen concreet te maken voor de woningbouwopgave. Daarvoor werken we samen met de gemeente en er komen klankbordgroepen van belanghebbenden uit de omgeving.’’
Met Amersfoort moet niet alleen overeenstemming worden bereikt over een nieuw bestemmingsplan en bouwvergunningen maar ook over zaken als de hoogbouwvisie, mobiliteit, participatie, parkeernormen, sociale woningbouw, milieudoelstellingen en een goede verkeersontsluiting op rotonde De Nieuwe Poort. De eigenaar van De Nieuwe Stad ziet dat proces met vertrouwen tegemoet. ,,Wij streven altijd, en ook hier weer, naar een duurzame en langdurige relatie met de plek en met de gemeente waarin wij opereren.’’
Bron: Leo de Vries, AD