Al sinds 1931 bevordert de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit de schoonheid van de gebouwde omgeving. In de zomer van 2020 maakten zij de stap van Amsterdam naar Amersfoort. Van een plek achter de schermen in een souterrain met weliswaar uitzicht op de grachten naar verbinden en zichtbaar zijn in De Nieuwe Stad. Dat de coronapandemie het fysiek verbinden voorlopig nog in de weg staat, weerhoudt Flip ten Cate en zijn team er niet van om volop het nationale gesprek te voeden over diverse thema’s rondom ruimtelijke kwaliteit.
De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit is een vereniging met leden vanuit welstandscommissies, monumentencommissies en ruimtelijke kwaliteitscommissies. Directeur Flip ten Cate: ‘Wij bewaken en bevorderen de randvoorwaarden waarbinnen onze leden de lokale en provinciale overheden optimaal kunnen adviseren over de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Traditioneel gezien doen we dat door adequate wet- en regelgeving te bevorderen. Ondertussen is die rol groter geworden en gaat het ook om het nationale gesprek en de visievorming rondom ruimtelijke kwaliteit.’
Met grote opgaven als de energietransitie, milieu en duurzaamheid, mobiliteit, het woningentekort en ga zo maar door is er de komende jaren geen plek in Nederland die niet opgeschud wordt. Volgens Flip is het naïef om te denken dat de overheid al die problemen gaat oplossen en daarom bevorderen zij de dialoog tussen alle partijen die betrokken zijn bij deze transities. ‘Ontwikkelaars, aannemers, erfgoedbeschermers, vrijwilligersorganisaties: we brengen de beweging op gang om ze bij elkaar te brengen. En ze niet alleen na te laten denken over de technische vraagstukken die deze transities met zich meebrengen, maar ook na de te denken hoe je het zo doet, dat het je het landschap ermee verrijkt. En zijn we er dan over 30 jaar nog steeds blij mee? Het klinkt misschien tamelijk abstract, maar we zorgen gezamenlijk dat we het op concrete voorbeelden voor elkaar krijgen en stapjes maken. Het is vervolgens de rol van onze achterban om de overheden te adviseren of in die concrete gevallen de ruimtelijke kwaliteit acceptabel is. De wettelijke plek daarvoor is pas na het verlenen van de vergunning. Naar mijn idee zou dat eerder moeten. Een onafhankelijk en deskundig advies, waarbij naar het collectieve belang wordt gekeken.’
Niet voor niets wilde Flip zich met zijn driekoppige team vestigen in De Nieuwe Stad. Het is volgens hem een voorbeeldlocatie. ‘Je creëert een omgeving waar je nu al van kunt genieten, die functioneert en waar je – al is het soms met kinderziektes – dingen probeert. Waar duurzaamheid een belangrijke rol speelt en waar je ontmoeting en beleving stimuleert. Dat doe je niet alleen nu, maar voor de eeuwigheid en door je in te blijven spannen. Zonder zorg verwatert de ruimtelijke kwaliteit, deze plek krijgt aandacht.’
Andere goede voorbeelden zijn volgens hem het project Ruimte voor de Rivier en De IJ-oevers in Amsterdam waar een troosteloos havengebied tot een levendig woon-, werk- en recreatiegebied is getransformeerd. Ook favoriet is Katwijk (zie foto). Daar is een kunstmatige duinenrij met een dijk en parkeergarage eronder aangelegd, in de strijd tegen het stijgende water. ‘Dit project is op alle mogelijke manier geslaagd. Een goede samenwerking, meerdere problemen in één oplossing verwerkt en met behoud van de ruimtelijke kwaliteit.’ Zijn conclusie: hoe complexer het gebied, hoe groter de kans dat het tot een geweldig resultaat leidt. Als de vraag minder ingewikkeld is, is het antwoord soms ook te simpel.